Flinch GAME
Spelers mogen kaarten in volgorde (oplopend van 1 tot en met 15) spelen op stapels die in het midden van de tafel worden gevormd.
Kaarten met een 1 moeten worden gespeeld om de stapels te beginnen, maar andere kaarten mogen naar eigen goeddunken worden gespeeld of vastgehouden.
Kaarten kunnen uit verschillende bronnen worden gespeeld: de hand van een speler (vijf kaarten om te beginnen), de "flinch-stapel" van een speler (een stapel van 10 kaarten waarvan alleen de bovenste kaart open en speelbaar is), of de "reservestapel" van een speler (wanneer een speler past of een beurt voltooit, moet hij een kaart uit zijn hand aan zijn reservestapels toevoegen - er mogen maximaal vijf reservestapels worden gevormd).
Handen worden tijdens het spel voortdurend aangevuld met nieuwe sets van vijf kaarten. Het doel is om alle 10 kaarten van de speelstapel in het midden van de tafel te spelen. Er zijn een aantal regels die gevolgd moeten worden. Als een speler niet reageert, kan hij het risico lopen om "Flinched" te worden (zie regels). In dat geval neemt de speler die "flinched" heeft geroepen de bovenste kaart van zijn "flinched"-stapel en geeft deze aan de speler die "flinched" heeft geroepen. Deze dient deze kaart onderop zijn "flinched"-stapel te leggen.